Wamsley en haar team hebben 99 vrijwilligers gevraagd om een  ingewikkeld doolhof te onthouden dat door de computer gegenereerd was. Daarna moesten ze vanaf een willekeurig punt in het doolhof naar een specifieke plaats in het doolhof zien te komen. Vijf uur later moesten ze dat opnieuw doen. In die vijf uur heeft de helft van de testgroep geslapen, de andere helft bleef wakker. 

De wetenschappers merkten dat de mensen die anderhalf uur geslapen hebben tussen de tests door, de opdracht 3 minuten sneller uitvoerden. Mensen die wakker gebleven zijn waren slechts 26 seconden sneller.

Wamsley heeft aan de deelnemers gevraagd of ze over het doolhof gedroomd hebben. De mensen bij wie dit het geval was, voerden de opdracht sneller uit dan mensen die er niet over gedroomd hebben. Het lijkt er dus op dat je in je droom oefent voor de werkelijkheid.

Een aantal mensen in het experiment hadden ook hele vreemde dromen. Bij het beschrijven van hun dromen had bijvoorbeeld niet iedereen over dit specifieke doolhof gedroomd, maar over vergelijkbare situaties, zoals een ander soort doolhof, of zelfs over vastzitten in een grot.

Opvallend genoeg waren de mensen die de opdracht erg moeilijk vonden, vaker geneigd om over de opdracht te dromen. Dus wellicht waren hun hersenen meer gefocust op, of bezorgd over, het opnieuw doen van de test.

De onderzoekers gaven aan dat het belangrijk is dat dromen niet het geheugen verbetert, Het lijkt er meer op dat herinneringen beter geordend worden tijdens de rust van de slaap. Je kunt wel concluderen dat het  goed is om te studeren voor je gaat slapen. Het is ook een goede reden om te verklaren waarom je een tukje wilt doen na een ingewikkelde les :)