Nederlanders sporten zelf meer dan dat ze naar sporten kijken als toeschouwer of begeleider. Actieve sportbeoefening tijdens een uitje is bijna zeven keer zo populair als kijken naar sport. Nederlanders ondernamen in 2007 minder sportieve dagtochten dan in 2002.
Wandelen en fietsen populaire uitjes
In 2007 zijn vooral wandelen en fietsen geliefd, op ruime afstand gevolgd door trimmen, hardlopen, fitness, paardrijden en watersport. In totaal hebben Nederlanders ten opzichte van 2002 minder sportuitjes ondernomen. Jongeren van 15 tot 25 jaar zijn het meest sportief. Zij trekken er naar verhouding het vaakst langer dan twee uur op uit om te gaan sporten.
Passieve sportuitjes zijn vooral mannenaangelegenheid
Bijna twee derde van de passieve sportuitjes komt voor rekening van mannen. Een op de drie dagtochten als toeschouwer of begeleider bij sport wordt door 25-45-jarigen ondernomen. Deze vorm van sport beleven daalde bij deze groep sinds 2002 met ruim 20 procent. Bij alle andere leeftijdsgroepen was echter sprake van een toename van dit soort uitjes.
Aantal sportclubs en hun leden toegenomen
Veel actieve sporters hebben zich georganiseerd in clubverband. In 2006 waren in het totaal ruim 5,2 miljoen sporters lid van een sportclub. Dat is 3 procent meer dan in 2000. Veldvoetbal is met 1 miljoen leden in 2006 de sport met de meeste sporters in clubverband, gevolgd door tennisclubs, met 14 procent van alle sportclubleden. Golf, een nog altijd groeiende sport, heeft een aandeel van 4 procent in het totaal aantal leden.
Nederland telde in 2006 ruim 27,5 duizend sportclubs. Dat is 3,5 procent meer dan in 2000. Deze clubs hadden in 2006 gemiddeld 190 leden. De clubgrootte varieert aanzienlijk: 35 procent van de clubs heeft niet meer dan 50 leden, bij 38 procent schommelt het ledental tussen de 51 en 200 en 9 procent heeft meer dan 500 leden. Golfclubs zijn vaak grote verenigingen.