Daily Tzolkin

Inloggen


Stiekeme soortenrijkdom

artikel geplaatst op vrijdag 6 juni 2008 om 07:42 - Redactie

Tropische vliegjes bij de vleet: in Zuid- en Midden-Amerika leven misschien nog veel meer soorten insecten dan iedereen denkt, meent een groepje Amerikaanse entomologen.


In Zuid- en Midden-Amerika leven misschien nog veel meer soorten insecten dan iedereen denkt, meent een groepje Amerikaanse entomologen. Ze keken eens goed naar een groep fruitvliegjes. Het DNA van deze vliegende plantenetertjes verraadt dat dubbelgangers vaak tot verschillende soorten behoren.

Hoeveel soorten insecten belagen de tropische planten van Amerika? Heel erg veel, dat staat vast. De schattingen beginnen bij drie miljoen verschillende planteneters en lopen op tot het tienvoudige daarvan. Maar misschien zijn het er nóg veel meer, doet het voorbeeld van een groep fruitvliegjes vermoeden.

Het ziet er in elk geval naar uit dat de fruitvliegenfamilie Blepharoneura uit minstens tien keer zo veel soorten bestaat als tot nu toe werd aangenomen, schrijven Marty Condon en haar collega’s in Science.

Met het blote oog is daar niets van te zien. Soms lijken twee vliegjes op elkaar als twee druppels water en leven ze ook nog op dezelfde plant, maar behoren ze tóch tot verschillende soorten. Daar kwamen de entomologen achter door 2857 vliegjes op te kweken uit larven die ze uit het wild hadden gehaald.

Deze vliegjes vallen sowieso weinig op. Zeker niet als larve, want dan zitten ze verborgen in het binnenste van bloemen of vruchten van planten uit de komkommerfamilie. Aan de buitenkant is dan niets bijzonders te zien. Condon en haar collega’s verzamelden dus gewoon stukken plant, meestal langs paden en wegen.

Dat alleen al was een gigantisch karwei, waarbij ze soms bloemen en komkommertjes van deze klimplanten uit bomen moesten halen met een stok van twaalf meter lang. In totaal wisten ze zo materiaal van 24 verschillende soorten komkommerachtigen bij elkaar te brengen uit 34 gebieden in tien landen. Veel soorten planten kwamen in meer dan een gebied voor.

Om vast te stellen welke soorten vliegjes daarin huisden, gebruikten de onderzoekers meerdere technieken. Soorten onderscheiden op basis van het uiterlijk van hun larfjes is geen doen, dus daar begonnen ze niet aan. Het uiterlijk en het paringsdansje van de volwassen beestjes vertellen wel iets, maar duidelijk niet alles. Dat bleek bij de ultieme test: vergelijking van stukken DNA.

De groep van Condon keek naar een gen uit de mitochondriën (de zogenaamde ‘energiefabriekjes van de cel’) en zag dat daarin forse verschillen waren tussen vliegjes die op het oog precies hetzelfde waren. Bij 419 vliegjes vonden ze 52 versies van dit stuk DNA, steeds met minimaal zes procent verschil in samenstelling.

Dat lijkt misschien niet zo veel, maar 6 procent verschil betekent volgens de onderzoekers dat de beestjes ten minste 2,6 miljoen jaar geleden hun eigen tak aan de stamboom hebben gevormd.

Vergelijking van mitochondriaal DNA is niet altijd betrouwbaar, daarom vergeleken ze voor de zekerheid ook nog DNA uit de celkern. Het was te veel werk om dat voor alle vliegjes te doen, daarom deden ze dit met 58 vliegjes uit één gebied. Die analyse leverde precies dezelfde verdeling in tien soorten op als de eerste DNA-test.

De vliegensoorten bleken erg kieskeurig te zijn. Er was één soort die zich als larve zowel te goed kon doen aan zaden als aan bloemen, maar de rest kwam alleen uit mannelijke bloemen tevoorschijn, of juist uit vrouwelijke, of alleen uit vruchten. En meestal was er maar één soort plant waarop zo’n vliegensoort zich thuis voelde.

Ruim de helft van de ontdekte soorten vliegjes kwam maar in één van de 34 onderzochte gebieden voor, terwijl de planten vaak een veel groter verspreidingsgebied hadden. Planten hebben blijkbaar veel minder haast dan vliegjes met het maken van nieuwe vertakkingen in hun stamboom.

En dat is ook wel logisch, betogen de Amerikaanse onderzoekers. De generatietijd van de insecten is korter dan bij de planten. Bovendien kiezen de vliegjes zelf hun partner, en zijn de planten afhankelijk van het stuifmeel dat ze binnenkrijgen. In dit geval wordt dat vooral verspreid via kolibries, en die kunnen gemakkelijker afstanden overbruggen dan de kleine vliegjes.

Reacties

Geen reacties beschikbaar.

Reageren

Je bent op dit moment niet ingelogd. Om een reactie achter te laten moet je ingelogd zijn.

Policy | Kontakt
© DailyTzolkin 2024 | Tips of nieuws? redactie@dailytzolkin.com