In wind komen van nature stofdeeltjes voor. Als de wind over zee waait, worden die deeltjes door het water opgenomen. Sommige stoffen zijn nuttig en functioneren als mest voor plankton. Maar wind vanaf de Sahara is giftig voor fytoplankton en brengt daardoor onze ecosystemen in de war.
Fytoplankton is met 70 procent de grootste producent van zuurstof op aarde. De planktondeeltjes zetten door fotosynthese licht en koolstofdioxide om in zuurstof, net als planten. De fytoplankton heeft echter water nodig dat aan bepaalde voorwaarden voldoet om te kunnen bestaan. In de lucht komt stikstof en fosforachtige stoffen die als een soort stimulerende mest fungeren.
Onderzoekers stelden echter vast dat wind van de Sahara echter de plankton niet stimuleert maar de groei juist benadeelt. Uit de vergelijking met andere soorten lucht blijkt dat lucht van de Sahara veel koper bevat. Daarvan is bekend dat het slecht is voor fytoplankton. Toen de onderzoekers daarom koper toevoegden aan water met plankton, en merkten dat de plankton minder snel groeide.
Ongeveer 65 procent van de koper in de lucht komt van woestijnen, ongeveer 30 procent is gevolg van menselijk handelen. Door de stijgende temperatuur op aarde verdort echter meer aarde en verandert in woestijn. Daardoor komt meer koper in de lucht, waardoor er steeds minder plakton is. Dit zou een vicieuze cirkel kunnen worden, omdat er steeds minder zuurstof geproduceerd wordt en de woestijnen steeds groter worden. Daarnaast is plakton ook een basis voor onze voedselketens. Als deze plakton zou verdwijnen zijn de gevolgen niet te voorspellen. Gelukkig leert de ervaring dat de natuur vaak zelf dit soort problemen oplost...