Er is een nieuwe training om alcoholverslaafden beter te behandelen. Nijmeegse en Amsterdamse onderzoekers ontwikkelden een methode die automatisch gedrag kan beïnvloeden en bijsturen. De aanpak is een belangrijke aanvulling op de conventionele gedragstherapie, zo blijkt uit onderzoek onder ruim tweehonderd alcoholverslaafden.
De nieuwe methode is gebaseerd op Cognitive Bias Modification (CBM), waarbij men ervan uitgaat dat verstoringen in de informatieverwerking een cruciale rol spelen bij psychische aandoeningen zoals alcoholverslaving.
Alcoholverslaafden raken bijvoorbeeld afgeleid door alles wat met alcohol te maken heeft, of ze hebben automatische gedrag bij alcohol: zelfs als ze maanden niet meer hebben gedronken en ze zien iemand drinken, dan willen ze de drank spontaan ook hebben. Door het direct manipuleren of trainen, kan die vertekening worden beïnvloed.
Joystick
De training bestaat uit computertaken, waarbij drinkers met een joystick afbeeldingen gerelateerd aan alcohol van zich af moeten duwen en plaatjes van frisdrank of water naar zich toe moeten trekken. Als ze de joystick van zich af duwen wordt het plaatje kleiner, als ze de joystick naar zich toetrekken wordt het groter.
Waar de meeste patiënten vóór de training de alcohol vooral met 'benaderen' associeerden, veranderde dit door de training in een associatie tussen alcohol en ‘vermijden'. Drinkers die naast de normale behandeling deze training kregen, vertoonden na een jaar betere behandelingsresultaten en vielen minder vaak terug. Onderzoeker Mike Rinck: ‘Juist het feit dat het resultaat zo lang aanhoudt, is fantastisch. We gaan dit nu nog verder monitoren en bekijken ook of we met onderhoudsbehandelingen thuis, het effect nog verder en langduriger kunnen verbeteren'.
De training is ontwikkeld door Reinout Wiers, hoogleraar Ontwikkelingspsychopathologie aan de Universiteit van Amsterdam (voorheen hoogleraar in Nijmegen), in samenwerking met de Nijmeegse klinisch psychologen prof. Eni Becker en dr. Mike Rinck. Het onderzoek is zojuist gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Psychological Science.