Screening op darmkanker met een ontlastingstest spaart levens en is uiteindelijk goedkoper dan niet screenen. Dat stelt Leo van Rossum, onderzoeker bij de afdeling Maagdarmleverziekten (MDL) en het Nijmeegse Centre for Evidence-Based Practice, op basis van een bevolkingsonderzoek bij twintigduizend Nederlanders. Van Rossum promoveert 9 juli 2009 aan de Radboud Universiteit op dit onderwerp
Voor een weloverwogen beslissing over de screening op darmkanker, wilde de Nederlandse overheid eerst meer informatie verzamelen. Onder andere over de bruikbaarheid en resultaten van twee verschillende ontlastingstesten: de g-test en de nieuwe i-test. Deze laatste test is voor de deelnemer veel minder belastend omdat men maar een keer ontlasting moet verzamelen. Bij de g-test is dat zes keer verspreid over drie dagen.
Van Rossum heeft de beide ontlastingstesten de afgelopen jaren met elkaar vergeleken. 'Er doen veel meer mensen met de screening mee als ze de i-test kunnen gebruiken', zegt hij. 'Dat komt omdat die gewoon veel gemakkelijker is in het gebruik. Hier doet zestig procent aan mee in plaats van zevenenveertig bij de g-test.'
Bovendien spoort de i-test darmkanker veel vaker in een vroeger stadium op dan de g-test. Daardoor wordt de kans op genezing veel groter en blijft veel mensen een darmoperatie bespaard. Van Rossum heeft berekend dat op die manier veel levensjaren zijn te winnen en veel kosten worden bespaard die nu nog in operaties en behandelingen gaan zitten. Screenen dus? 'Ik zou het zeker invoeren”, zegt hij, 'maar wetenschappelijk onderzoek van bevolkingsonderzoek naar darmkanker moet wel blijven doorgaan.´