Hoewel de levensverwachting van hiv-geïnfecteerden nog steeds lager is dan die van de algemene bevolking, hebben de antiretrovirale medicijnen er toe geleid dat iemand die nu op zijn twintigste hiv-positief wordt, gemiddeld 69 jaar oud kan worden. Dat is 13 jaar ouder dan eind jaren negentig. Volgens onderzoekers betekent dit dat hiv in het Westen is veranderd van een dodelijke ziekte in een chronische aandoening.

Dit zijn de conclusies van een onderzoek onder 43.000 hiv-geïnfecteerden in Europa en Noord-Amerika. De onderzoekers wezen er op dat de toegenomen levensverwachting mede afhankelijk is van het tijdig constateren van de infectie. Ze hopen dat door de resultaten van hun onderzoek meer mensen zich zullen laten testen op hiv.