Digitale stemhulpen als Stemwijzer en Kieskompas worden wereldwijd steeds populairder: ze trachten kiezers te helpen oriënteren bij het stemmen zonder dat zij complete partijprogramma’s hoeven door te lezen. Volgens dr. Joel Anderson en drs. Thomas Fossen, onderzoekers aan de Universiteit Utrecht, hebben de stemhulpen nog veel beperkingen. Samen met dr. Will Tiemeijer van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, doen zij onderzoek naar gevolgen van digitale stemhulpen voor ons begrip van politiek, democratie en burgerschap. Ook willen ze zo een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van verantwoorde en democratie-ondersteunende stemhulpen.
Artikel higlights- Stemhulpen baseren zich op concrete beleidsvoornemens.
- De keuzes van een partij in het verleden zeggen meer over die partij.
- De eeuwenoude vraag blijft of burgers wel in staat zin om belangrijke beslissingen over het landsbestuur te nemen.
Trefwoorden- verkiezingen
- stemmen
- provinciale staten
De onderzoekers wijzen erop dat de stemhulpen zich baseren op concrete beleidsvoornemens. Bij de provinciale verkiezingen zijn dat bijvoorbeeld kwesties als ‘de aanleg van een nieuwe containerhaven in Zeeland’ of ‘de verbreding van de N33 van Zuidbroek naar Eemshaven’. Met het fenomeen strategisch stemmen of met algemene principes of overtuigingen van een partij houden stemhulpen geen rekening, terwijl die voor veel burgers juist doorslaggevend kunnen zijn bij het bepalen van hun stem. Veel betrouwbaarder zouden de adviezen volgens de onderzoekers zijn als ze zich richten op de vraag of een partij echt bij iemand past. Om dat te bepalen kan beter worden gekeken naar de keuzes die een partij in het verleden heeft gemaakt dan naar beleidsvoornemens waarvan nog maar de vraag is of ze echt uitgevoerd gaan worden.
Competente burgers
Het onderzoek aan de Universiteit Utrecht naar stemhulpen loopt van februari 2011 t/m januari 2012 en wordt gefinancierd door NWO binnen het ‘Omstreden Democratie’-programma. Het project richt zich op het begrip van een ‘competente’ of ‘goede’ burger en principiële vragen omtrent het verder ontwikkelen van stemhulpen. Een eeuwenoude vraag in discussies over democratie is of burgers wel competent genoeg zijn om belangrijke beslissingen over het landsbestuur te nemen. Volgens sommigen moet het bestuur en de selectie daarvan worden overgelaten aan experts, anderen stellen dat opvoeding en opleiding ervoor kunnen zorgen dat burgers beter in staat worden om beslissingen te nemen. De digitale stemhulpen geven een nieuwe draai aan deze discussie: ontwikkelaars van stemhulpen claimen dat zij ervoor zorgen dat de burger zélf kan besluiten zonder dat er irreële eisen aan zijn competenties worden gesteld.
Onderzoekers
Het onderzoek wordt uitgevoerd door drs. Thomas Fossen (Universiteit Utrecht) en dr. Joel Anderson (Universiteit Utrecht en het Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences), in samenwerking met dr. Wil Tiemeijer (Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid) en prof. dr. Bert van den Brink (Universiteit Utrecht).