Uit onderzoek blijkt dat je onlogische dingen minder snel zult vinden. Een douanemedewerker die 600 koffers moet scannen zal de wapens in 15 daarvan niet snel herkennen. In een reclame werd hier handig gebruik van gemaakt. De douanebeambte haalt allemaal verdacht uitziende witte pakketjes uit een tas en heeft niets door. Bij het vinden van een nagelschaartje spreekt hij de eigenaar van de tas aan dat knippertje verboden is...

Afhankelijk van het aantal dingen zal de zoekende meer fouten maken als het gezochte object niet vaak voorkomt. De onderzoeksleider Jeremy Wolfe stelt dat “als je iets niet vaak vindt, vind je het vaak niet”. Het ongekeerde geldt ook. De douanemedewerker zal vaker flesen zonnebrandcreme zien waar die niet zijn.

In het tijdschrift “current biology” staat een artikel over de wetenschappers van Harvard die dit verschijnsel onderzocht hebben. Ze hebben twee groepen van 12 en 13 vrijwilligers gevraagd om de inhoud van computergegenereerde koffers te onderzoeken.
Logisch denkend zou je zeggen dat, omdat iets zeldzaam is, je langer moet zoeken voor je het vindt. Daardoor zullen je hersens eerder denken dat het er niet is en mis je het voorwerp heel makkelijk.

Nieuw onderzoek toont aan dat de herkennende reactie langer duurt bij zeldzame voorwerpen. Dit is aangeleerd gedrag. In de oertijd zou je, in je zoektocht naar eten, namelijk eerder in de gebieden blijven waar volop voedsel te vinden is.

De uitkomsten van dit onderzoek zijn handig zeggen de wetenschappers, bij het trainen van bijvoorbeeld douanepersoneel voor vliegvelden of zelfs bij het trainehn van radiologen in het zien van tunoren in een hersenscan. Volgens het team zou zo iemand een paar minuten in een gesimuleerde omgeving moeten zoeken naar veel voorkomende zeldzaamheden. Zo zullen ze deze zeldzaamheden in de werkelijkheid eerder herkennen.